Op het prachtige eiland Ameland liggen vier dorpen: Hollum, Ballum, Nes en Buren. Ze zijn ontstaan uit
vroege nederzettingen uit de Middeleeuwen. Vanaf die Middeleeuwen ontstonden op Ameland kleine dorpen op
de hoge zandgronden achter de duinen, beschermd tegen de stormvloeden van zee. De bewoners hadden wat vee
en leefden van het verbouwen van gewassen en visvangst. De gewassen die werden verbouwd waren gerst, rogge
en aardappelen. Het diende als voedsel voor de bewoners en voor het vee, dat liep op de schrale
buitengebieden langs de Waddenzee en in de duinen. Het gebied tussen de bouwgrond en de buitenweiden werd
als hooiland gebruikt. Het vee mocht daar alleen in het najaar en de winter grazen. De buitengebieden
waren dan onbruikbaar als gevolg van overstromingen. Om de gewassen te beschermen tegen het loslopende vee
waren de akkertjes omgeven door veekerende dijkjes van zand en plaggen. Ook de dorpjes waren op die manier
afgesloten voor het vee.
HOLLUM
heeft een belangrijke rol gespeeld in de Amelander geschiedenis. In de zeventiende en
achttiende eeuw kende Ameland door de walvisvaart een periode van ongekende welvaart. Het was "De gouden
eeuw van Ameland". Veel Amelanders zaten op de walvisvaart, de vrouwen zorgden voor huis en haard. Tal van
oude huizen in Hollum herinneren aan die tijd. Het zijn de commandeurshuizen, die werden bewoond door
belangrijke gezagvoerders van de walvisvloot. De huizen zijn te herkennen aan een dubbele rij uitstekende
richelsteentjes in de voorgevel. IJzeren ankers geven het jaartal aan waarin het huis gebouwd is. De
bekendste commandeur in Hollum was Hidde Kat. Door zijn dagboeken is er veel bekend geworden over de
walvisvaart.
De meeste commandeurshuizen vallen onder monumentenzorg. Met zijn ongeveer 1250 inwoners is Hollum het meest
westelijke dorp op Ameland.
BALLUM
was in de 16e eeuw een voornaam dorp. De Heren van Ameland -de Cammingha's- hadden hier hun
slot. Dat stond op de plaats waar nu het gemeentehuis staat. Ameland was onafhankelijk; naar eigen wetten
werd er recht gesproken in het slot. Door gebrek aan onderhoud raakte het slot zo vervallen dat het in 1829
werd afgebroken. Het puin werd aan buureiland Terschelling verkocht om er de zeedijk mee te verzwaren. In
het baarhuis op het kerkhofje herinnert de grote grafsteen van Duco Cammingha aan deze roemruchte tijd. De
preekstoel, een magnifiek kunstwerk dat ooit de slotkapel van de Cammingha's sierde, doet nog steeds dienst
in de Nederlands Hervormde kerk in Ballum. Daarnaast heeft Ballum ook een Doopsgezinde Vermaning. Dat is een
een zaalkerkje uit 1883.
NES
heeft ongeveer 1100 inwoners. De oude kern van het dorp is gebouwd om de vrijstaande toren die
in tijden van nood de noodklok luidde. In Nes zijn veel commandeurshuizen uit de tijd van de walvisvaart te
vinden. Het oudste huisje in Nes is een commandeurshuis uit 1625. De meer dan 100 jaar oude Rooms Katholieke
Clemenskerk is gebouwd onder architectuur van de bekende Pierre Cuypers. In 2013 is deze kerk afgebrand.
Verwacht wordt dat deze in 2015 weer in zijn oude glorie hersteld zal worden.
De Clemenskerk was niet de eerste katholieke kerk op Ameland. Het boerderijtje met de boogramen aan de oude
ommuurde begraafplaats aan de Schoolstraat achter de Ballumerweg deed in de 18e eeuw dienst als kerk. Aan
het Vermaningspad -een van de mooiste hoekjes in Nes- staat het Vermaningkerkje. In de loop van de tijd is
er in Nes veel van het authentieke verloren gegaan aan de vooruitgang. Het is nu een gezellig dorp met veel
winkeltjes, restaurantjes en terrassen. Gelukkig heeft het gemeentebestuur, om het dorpskarakter zoveel
mogelijk te beschermen, omleidende routes voor het autoverkeer ingesteld. Aan de noordkant van het dorp
staat een imposante korenmolen uit de negentiende eeuw.
BUREN
heeft ongeveer 600 inwoners. Het is jonger dan de andere dorpen. Vroeger was het een
agrarische buurtschap. In de loop van de tijd is het uitgegroeid tot een dorp. In de dorpskern staan nog
steeds boerderijen. Veel van deze bedrijven zijn veranderd in groepsverblijven. In de zomer zijn de kinderen
in het dorp Buren dan ook volop aanwezig.
Op het plein, in het centrum van het dorp, houdt het beeldje van een oud vrouwtje de herinnering levend aan
Rixt van het Oerd, de bekendste sage van Ameland.
Vanzelfsprekend staat in Buren het Landbouw-Juttersmuseum Swartwoude, vernoemd naar een in het verleden
verdwenen dorp. De landbouwer was niet alleen boer maar ook visser, jutter en jager. Het museum geeft de
bezoeker een beeld over het harde leven van de Amelander boer uit die tijd. Zelfgemaakte schapenkaas en
andere zuivelproducten zijn in het museumwinkeltje verkrijgbaar. Heel vroeger was er nog veel oostelijker
dan Buren sprake van nog twee dorpen: Oerd en Swartwoude. Ze zijn in de zeventiende eeuw door de zee
verzwolgen. Thans is de Kooiplaats het meest oostelijke woonoord.